1.  CONCURRENTIE = MEEST BELANGRIJKE   TRAININGSPARTNER

 

Concurrentie in jeugdsport is zowel goed als gezond. Bij sport leer je omgaan met uitdagingen en obstakels. Zonder een waardige tegenstander, zonder uitdaging, is sport niet zo leuk. Hoe meer uitdaging, hoe groter de kans is om je grenzen te verleggen.

 

 2. MOEDIG JOUW KIND AAN OM TE CONCURREREN MET ZICHZELF

 

Het ultieme doel van de sportervaring is om jezelf uit te dagen en continu te verbeteren. Kinderen moeten worden aangemoedigd om de competitie aan te gaan met hun eigen capaciteiten. Wanneer je kind deze focus heeft en speelt om zichzelf te verbeteren i.p.v. iemand anders te verslaan, zal het meer ontspannen zijn, meer plezier hebben en daarom beter presteren.

 

 3. PRAAT NIET IN TERMEN VAN WINNEN OF VERLIEZEN

 

Wanneer een kind naar vermogen presteert en verliest, is het niet handig om op dit resultaat te focussen. Als een kind zijn uiterste best doet en verliest, moet je het helpen zich een winnaar te voelen. Help je kind een belangrijke scheiding tussen succes en mislukking en winnen en verliezen te maken. Als je succes en falen definieert alleen in termen van winnen of verliezen kan dat voor je kind schadelijk zijn.

 

 4. JIJ BENT SUPPORTER, NIET DE COACH!

 

Je rol als ouder is een ondersteuningsrol met een hoofdletter O! Je moet onvoorwaardelijk de grootste fan van je kind zijn! Laat coaching en instructie over aan de echte coach. Bied aanmoediging, steun, empathie, transport, geld, hulp, enz. Maar … coach niet! Coaching hindert jou in je rol als supporter en fan. Houd je rol als ouder in het team gescheiden van dat van coach. Als je coacht ben je geen ouder en als je praat als ouder coach je niet!

 

 5. MAAK SPORT LEUK!

 

Hoe prettiger je kind zich voelt, hoe meer het leert en hoe beter het zal presteren. Plezier moet aanwezig zijn om topprestaties te kunnen leveren op elk niveau van sport van jeugd tot volwassenen. Als je kind niet geniet van wat het doet, en het ook niet leuk vindt, onderzoek dan de oorzaak! Ga navragen, wat gebeurt er waardoor hij geen plezier heeft? Is het de coaching? De druk? De groep?

 6. WIE DOET MEE AAN DE SPORT? JOUW KIND DOET MEE NIET JIJ!

 

Waarom doet je kind mee aan de sport? Doet het uit vrije wil of voor jou JOU? Speelt het om jou niet teleur te stellen, omdat het weet hoe belangrijk de sport voor jou is? Speelt het voor beloningen die jij geeft? Zijn de doelen en ambities van het kind zelf of van JOU? Hoe belangrijk ben JIJ in het proces van succes en mislukking? Het is heel normaal en gezond om te willen dat je kind uitblinkt en successen viert. Maar je kunt dit niet laten gebeuren door het onder druk te zetten met jouw verwachtingen.

 

 7. KIND IS GEEN PERFORMER – ONVOORWAARDELIJKE LIEFDE

 

Stel de eigenwaarde van je kind niet gelijk met zijn prestaties. Straf je kind niet voor een slechte prestatie.

 

 8. BOUW EIGENWAARDE VAN JE KIND IN ALLE INTERACTIES

 

Sporters van alle leeftijden en niveaus presteren in directe relatie tot het zelfbeeld. Wanneer je kind in een sportomgeving functioneert die het zelfrespect verhoogt, leert het sneller, geniet het meer van zichzelf en presteert het beter onder concurrentiedruk. Wanneer jouw interacties met jouw kind het een goed gevoel over zichzelf geven, zal het op zijn beurt leren zichzelf op dezelfde manier te behandelen. Laat je kind zich goed voelen over zichzelf en je hebt een cadeau gegeven dat een leven lang meegaat. Communiceer niet met jouw kind op een manier die zijn zelfrespect bestrijdt door hem te vernederen of in verlegenheid brengt. Als je je kind continu kleineert of zijn prestaties minimaliseert, zal het niet alleen leren om dit zichzelf te blijven aandoen, maar zal het steeds vervallen in dezelfde fouten!

 

9. LEER JE KIND TE FALEN!

 

Als je echt wilt dat je kind zo gelukkig en succesvol mogelijk is in alles wat het doet, leer het dan te falen! De meest succesvolle mensen binnen en buiten sport doen twee dingen anders dan alle anderen. Ten eerste zijn ze bereid om meer risico`s te nemen en daarom falen ze vaker. Ten tweede gebruiken ze hun mislukkingen op een positieve manier als een bron van motivatie en feedback om te verbeteren. Je kunt niet leren lopen zonder vaak te vallen. Telkens wanneer je valt, krijgt je lichaam waardevolle informatie over hoe je het het beter kan doen. Dus geen zorgen meer over je verlies of falen! Leer je kind hoe het tegenslagen, fouten en het nemen van risico`s positief kan bekijken en je geeft het de sleutel tot een succesvol leven.

 

 10. UITDAGING, NIET BEDREIGING

 

Bedreigingen kunnen alleen op een korte termijn resultaten opleveren, maar de kosten op de lange termijn op het gebied van geestelijke gezondheid en sportieve prestaties zijn doorgaans rampzalig. Angst als motivator is waarschijnlijk de grootste bedreiging in de dynamiek van de ontwikkeling van je kind. Bedreigingen halen het plezier uit de prestaties en zorgen er rechtstreeks voor dat je kind ondermaats presteert. Een uitdaging houdt geen verlies of negatieve gevolgen in als je kind faalt. I.p.v. “Doe dit of anders!”, zeg gewoon: “Ik denk dat je het kunt”.

11. PRAAT OVER HET PROCES, NIET DE UITKOMST

 

Wanneer je kind zich onder druk verslikt en ondermaats presteert, is een veel voorkomende oorzaak hiervan: een focus op het resultaat van de uitvoering (d.w.z. winst / verlies, i.p.v. het proces). Een resultaat-focus zal bijna altijd het kind afleiden en onder druk zetten met als resultaat slechtere prestaties. Verder zal een focus op de uitkomst, die volledig buiten de controle van je kind ligt, zijn angst om te moeten presteren vergroten. Leg de nadruk juist op het leren van de vaardigheden en het spelen van het spel.

 

 12. VERMIJD VERGELIJKINGEN EN RESPECTEER ONTWIKKELINGSVERSCHILLEN

 

Gebruik geen andere kinderen waar je kind mee concurreert om de voortgang van je eigen kind te vergelijken en dus te evalueren. Vergelijkingen zijn nutteloos, onnauwkeurig en destructief! Elk kind rijpt anders en het proces van vergelijking houdt juist geen rekening met ontwikkelingsverschillen. Met prestatievergelijkingen kunnen anderszins getalenteerde kinderen voortijdig worden uitgeschakeld.

 

 13. HELP JE KIND OM EEN PERSPECTIEF VAN HUN SPORT TE HEBBEN

 

In de sport gaat het niet alleen om winnen of verliezen. Sportmedia willen ons echter doen geloven dat sport en winnen / verliezen het belangrijkste zijn in het leven. Het feit dat het slechts een spel is, raakt vaak verloren in de vertaling. Dit gebrek aan perspectief druppelt vaak door naar het niveau van de jeugdsport en jonge sporters komen vaak weg van de concurrentie met een vertekend beeld van zichzelf en hoe ze presteerden. Ouders moeten hun kinderen helpen realistische verwachtingen te ontwikkelen over zichzelf, hun vaardigheden en spel, zonder het kind van zijn dromen te beroven. Een persoonlijk record doorbreken en toch je wedstrijd verliezen is een reden tot feest, geen schande.